Mag je bij de term 'vervangingswaarde' uitgaan van een vraagprijs? Of van de werkelijk betaalde prijs.
Stel je hebt een Golf met een vraagprijs van €6000 en rijklaarmaakkosten van €500. Je ruilt je oude Polo in en krijgt daar €1700 voor. In totaal betaal je dan €4800.
(Volgens de garage was die Polo geen 1700 waard, en is er dus sprake van afdinging.)
Vervolgens zet de garage de Polo na 6 maanden en na een paar _kleine_ reparaties te koop voor €2600 excl. €200 rijklaarmaakkosten. Vervolgens gaat je Golf na (ook) 6 maanden total loss (botsing).
Een dagwaarde zal lager zijn(?) dan de vervangingswaarde; maar wat is in dit geval de vervangingswaarde van de Golf? (Evt. de kleine waardevermindering vanwege 6 maanden ouder en een wat hogere km.stand niet meerekenen.)
En kan/mag je daarbij meerekenen dat je minder gekregen zult hebben voor je Polo dan dat ie wellicht waard was?
Valt het uberhaupt wel te _berekenen_ wat (dan) de vervangingswaarde is?
(In de dagwaarde ben ik niet geïnteresseerd; ik zou graag willen weten hoe je de vervangingswaarde bepaalt als er sprake was van een inruiler.)
Het gaat mij er dus louter om hoe je in dit geval de vervangingswaarde zou moeten berekenen. Als dat al kan.
Ik denk dat de rijklaarmaakkosten gewoon bij de vraagprijs mag worden opgeteld (zonder dat de auto rijklaar gemaakt is, heb je immers toch niks aan een auto?), maar zet het er voor de volledigheid bij.
Je hebt natuurlijk ook te maken met 't feit dat een garage winst moet maken bij (liefst elke) verkoop; maar dat moet je toch niet meerekenen als je spreekt over vervangingswaarde?