Natuur- en scheikunde

Het koken is vandaag vreselijk mislukt. Mijn vermoeden is dat er een chemische reactie is ontstaan. Aangezien natriumbicarbonaat vaker gebruikt wordt om vlees mals te maken, vermoed ik dat het aan de ingredienten van het gehakt ligt? Op de ingredienten zie ik: gehakt, ascorbinezuur, e301, e331. Mag ik op basis van deze ingredienten verwachten dat het vlees niet meer te eten is door de ammoniaksmaak/geur

Ik heb een half-automatisch lasstoestel dat ik nu nog slechts sporadisch gebruik. De bijhorende gasfles is al zeker 10 jaar oud. Tegenwoordig heb ik problemen om "zuiver" te lassen. Kan het gas dat de las moet zuiver houden te oud zijn ?
Het gaat om menggas van AR 85%-CO² 15 %.

Ik heb als voorbereiding voor mijn aankomende toets een boekje met opgave gekregen. Maar uit 1 van de opgave kom ik niet uit en het boekje geeft alleen het antwoord en niet de uitwerking.

het gaat om de volgende vraag:
Hoeveel gram is er van stof a over?
hierbij is stof a Aluminium in de formule :
2Al + 3Br2 ==> 2AlBr3

wat gegeven is is dit:
Al: 5 g aanwezig
Br: 25 g aanwezig

Dit stond in Binas over de stoffen:
Al: 26,98
Br: 79,90



In de vorige vraag vroegen ze welke stof er in overmaat was. Dit was aluminium. Nu vragen ze hoeveel er over blijft van het aluminium na de reactie.


ik heb meerdere manieren geprobeerd maar me antwoord wijkt af van wat het boek geeft.

het boek zegt dat je 2,19 g overhoud en ik kwam op 3,12.

Zou iemand deze opgave voor mij kunnen doen en kijken of het antwoord overeen komt met die van mijn of het antwoorden boek.

Toegevoegd na 3 uur:
uit de vraag kon ik afleiden dat ik dat met 25 gram van de broom moest beginnen.

de eerste stap is berekenen hoeveel mol 25 gram broom is.
ik heb 3 Br2
dus:
2 keer de massa van het broom
79,9*2= 159,9 en dat keer 3
159,9*3= 479,4 g/mol

ik heb 25 gram en 1 mol is 479,4 gram
dus 25/479,4=0,052 mol

de verhouding tussen deze twee is 3:2 (1,5:1)
dus
0,052/1,5= 0,0347 mol

de massa van de aluminium is 26,98
dat keer 2 (26,98*2=53,96)

dus dan nog:
0,0347*53,96-5= 3,12 g


dit is 1 van mijn manieren waarop ik het gedaan heb. De andere manieren kwam ik op wat anders uit maar nog steeds niet het juiste.

Ik heb een proefje gedaan op school waar ik water in een papieren bakje heb gegoten en vervolgens boven een brander gelegd. Maar hoe kan het dat het papier NIET in de vik kan vliegen?

Mijn docent zei iets over een ontbradingstemperatuur, maar ik snapte daar niks van.