Grofweg zijn er twee soorten spiegels te onderscheiden: glasspiegels en metaalspiegels. Voor huis-tuin-en-keuken gebruik worden meestal glasspiegels toegepast. Dit omdat een glasspiegel het metaallaagje, wat voor het spiegelend effect zorgt, afschermt d.m.v. glasplaat, zodat de spiegel langer ""mooi"" blijft. Echter een nadeel van een glasspiegel is dat ze niet één spiegelbeeld weergeeft, maar twee. Dit is juist vanwege de glasplaat, die zelf ook een beetje spiegelt. Dit is te zien wanneer je heel dicht bij een glasspiegel kijkt: het beeld wordt dan dubbel. Voor wetenschappelijke doeleinden worden dan ook altijd metaalspiegels gebruikt. Deze worden gemaakt door een vlak oppervlak (van glas, metaal of plastic) eerst goed te polijsten, waarna er een dun metaallaagje op aangebracht wordt. Dit dunne laagje is meestal zilver of aluminium. Om dit dunne laagje te beschermen tegen krassen, maar ook tegen oxidatie, wordt er dan nog een (hard) laagje siliciumdioxide aangebracht.
Bron: kennisbank van al@din
(RJ)