Hoe kan ik van een leidende zin een bedrijvende zin maken?? als het kan met voorbeelden :$:$

Lijdend is passief.
Bedrijvend is actief.

Voorbeeld, twee zinnen met dezelfde betekenis:

1. Ik koop een groene appel.
2. Een groene appel wordt door mij gekocht.

Zin 1 is bedrijvend: het onderwerp is datgene dat de handeling uitvoert (kopen)

Zin 2 is lijdend: het onderwerp is datgene waarmee de handeling wordt uitgevoerd (wordt gekocht)

Het onderwerp van de lijdende zin wordt het lijdend voorwerp.
Het zinsdeel wat achter door staat in de lijdende zin wordt het onderwerp.
De vorm van worden/zijn verdwijnt en wat als voltooid deelwoord in de lijdende zin staat wordt het werkwoord.

Voorbeeld:
Ik werd gebeten door de hond.
de hond wordt dan onderwerp.
Ik wordt lijdend voorwerp.
gebeten wordt het werkwoord.
De hond beet mij.

Hij is gezien door de concierge.
de concierge wordt onderwerp.
hij wordt lijdend voorwerp.
zien in de verleden tijd wordt het werkwoord.
De concierge zag hem.

Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
Als jij een voorbeeld zou hebben, zou dat handig zijn.
Mijn voorbeeld:
Bedrijvend (ofwel actief): 'De man bouwt het huis'.
Lijdend (ofwel passief): 'Het huis wordt door de man gebouwd'.
Zo kan ik nog tig andere voorbeelden geven en dingen uitleggen, maar ik hou het hierbij. Als je meer wilt weten stuur me dan maar een privéberichtje.