Je kunt ook 1 theelepeltje nemen uit het potje stemgember als je dat toevallig in huis hebt. Dit is geconcentreerder dan de siroop, neem er dus niet teveel van. Het gaat puur om de smaak van gember en die moet niet overheersen als er om siroop gevraagd wordt. Het moet slechts subtiel zijn.
Een flesje gembersiroop is echter lang houdbaar, want suiker conserveert. Het beste is om het donker te bewaren. Ik gebruik het soms zelfs in een sladressing met fruit (gembersiroop, citroen- of limoensap en zure room) en het is vaak erg lekker in Aziatische gerechten als je geen gemberwortel in huis hebt. Het geeft dan een iets mildere/zoetere gembersmaak dan geraspte gemberwortel.
Je kunt ook een gemberwortel kopen en het zelf maken. Snijd een stukje van 100 gr. van de gemberwortel, schil en rasp het op een fijne rasp. Kook in een pannetje 400 gr. rietsuiker samen met 200 ml. water op en laat de suiker helemaal oplossen. Doe er dan de geraspte gember bij en laat zo'n 5 min. op een laag pitje pruttelen. Laat alles afkoelen en proef dan of hij sterk genoeg is. Laat de gember nog wat langer trekken als je hem niet sterk genoeg vindt. Vang de stukjes rasp op in een zeef en vul de siroop in een brandschoon potje of flesje.
Je kunt de hoeveelheden uiteraard evenredig delen als je meer of minder wilt, het is slechts een indicatie van de verhoudingen onderling. Houd je een stuk wortel over, snijd hem dan in stukjes en dan kan je deze 3 weken, verpakt in een stuk keukenpapier dat je in een plastic zakje doet, in de koelkast leggen.
Mijn tip is dan om het hele stuk overgebleven wortel te raspen en als een soort worstje in de folie te verpakken en in de vriezer te leggen. Elke keer als je een stukje nodig hebt, kan je dan makkelijk een stukje afknippen of -breken en gebruiken. Het neemt zo amper ruimte in beslag en is zo langer houdbaar.