Om te beginnen denk ik, dat je het in je vraag hebt over afbrekende kritiek, niet over opbouwende. Daar ga ik in mijn antwoord vanuit.
Het zou kunnen zijn, dat een deel daarvan genetisch is bepaald. Dus dat je er gevoeliger voor bent bij geboorte zeg maar.
Maar als dat zo is (ik heb daar geen onderzoek van kunnen vinden), dan denk ik een klein deel.
De basis van niet tegen kritiek kunnen wordt naar mijn idee gelegd in je hele jonge jeugd, dus voornamerlijk door je omgevingsfactoren en dan met name in eerste instantie door de opvoeding van ouders/verzorgers.
Onderstaand komt misschien wat gechargeerd over, maar dat is voor de duidelijkheid.
Als je als kind kritisch bent opgevoed, en dan bedoel ik dat je bijvoorbeeld vooral veel "afgekeurd" bent, dan leer je vanuit je basis, dat je als mens "niet deugt", dat je faalt. Een kind kan nog niet inzien, dat GEDRAG wordt afgekeurd, niet je persoon, niet je Zijn.
Dat idee van "ik deug niet" (een negatief zelfbeeld) gaat door je jeugd heen met je mee en kleurt al je ervaringen.
Dat maakt, dat je onzeker/niet zelfverzekerd bent.
Iedere vorm van kritiek wordt dan gezien als kritiek op je Zijn, niet op je gedrag, en dat kan zeer diep doordringen, met verschillende reacties als gevolg. Bijvoorbeeld, dat je jezelf steeds verdedigt danwel in de aanval gaat, omdat je de kritiek ziet als een aanval op je Persoon.
Ook kan het zijn, dat je als kind juist over gecomplimenteerd bent, waardoor je later in je leven iedere vorm van kritiek op jou als onwaar ziet. Overdreven gesteld; "ik ben geweldig" en dat kan als reactie boosheid geven.
Ik heb de 2 zwart-wit uitersten genoemd; uiteraard zitten alle mogelijke grijsvlakken er tussenin.
Het is aan de volwassen mens, om ermee om te leren gaan.