Met uitzondering van het boek Mattheüs, dat aanvankelijk in het Hebreeuws werd geschreven en later in het Grieks werd vertaald, zijn alle andere 26 boeken in het gewone Grieks, de Koinè, de internationale taal van die tijd, geschreven.
Al de Hebreeuwse (boeken ) boekrollen die voor Jezus tijd bestonden ,....Jesaja,Psalmen,Spreuken etc..... waren allen ook reeds vertaald in het Grieks.
Deze vertaalde geschriften stonden noemde men de Septuaginta.
In de dagen van Jezus en zijn apostelen was de Koine de internationale taal van het Romeinse Rijk.
De bijbel zelf getuigt van dit feit. Toen Jezus aan de paal werd genageld, moest het opschrift dat boven zijn hoofd zou worden aangebracht, niet alleen in het Hebreeuws, de taal van de joden, worden gesteld, maar ook in het Latijn, de officiële landstaal, en in het Grieks, dat in de straten van Jeruzalem haast even veelvuldig werd gesproken als in Rome, Alexandrië of Athene zelf (Joh. 19:19, 20; Hand. 6:1).
Uit Handelingen 9:29 blijkt dat Paulus in Jeruzalem het goede nieuws tot joden predikte die Grieks spraken. De Koine was tegen die tijd een dynamische, levende, goed ontwikkelde taal — een taal die gemakkelijk beschikbaar was en zich goed leende voor Jehovah’s verheven voornemen om het goddelijke Woord verder te verbreiden.