Wat houdt het in als een jongere civielrechtelijk wordt geplaatst in een gesloten inrichting?

Om het eenvoudig te houden:

De jongeren die geplaatst zijn in een inrichting met een strafrechtelijke titel zijn daar omdat zij veroordeeld zijn voor een strafbaar feit. Zij hebben een delict gepleegd.

Jongeren die in een inrichting zijn geplaatst op een civielrechtelijke titel zijn daar omdat zij bv problemen hebben thuis, op school of in hun omgeving. De plaatsing in een gesloten inrichting is nodig om hun veiligheid te waarborgen tegen zichzelf of tegen anderen. Tegen verkeerde vrienden, hun ouder en vooral de meisje te beschermen tegen loverboys.
Deze jongeren hebben geen strafbaar feit gepleegd.
Dan zijn er nog jongeren die op civielrechtelijke titel zijn geplaatst maar wel strafbare feiten hebben gepleegd en onder toezicht zijn gesteld (ots-ers). Het gaat dan om jongeren die in voorlopige hechtenis werden genomen, waarbij de kinderrechter geen straf heeft opgelegd, maar heeft besloten dat het verblijf in de opvanginrichting gecontinueerd dient te worden. De voorlopige hechtenis wordt beëindigd, de minderjarige wordt omgezet met crisisplaatsing, blijft wel op dezelfde plek maar dan op civielrechtelijke titel.
De kinderrechter kiest hiervoor omdat de jongeren geen ernstige strafrechtproblemen hebben, maar wel hulp.
Bij de groep omzettingszaken (de omzetters) gaat het vooral om winkeldiefstal, vernieling, vechtpartijen, geweld in huiselijke kring en delicten tegen openbare orde en gezag.
De groep die direct op civielrechtelijke titel wordt geplaatst is van een ander type, deze groep bestaat uit veel meer meisjes met depressieve klachten, automutilatie op suïcidepogingen of vermoedens van prostitutie. De jongens vertonen vaker antisociaal gedrag, risicovol alcohol en druggebruik .
Voorop staat dat deze jongeren in bescherming moeten worden genomen en dringend hulp en behandeling nodig hebben.