Er is verschil tussen formele en culturele redenen. De trias politica, zoals vastgelegd in de staatsvorm, speelt inderdaad een rol. Maar als het leger de macht zou overnemen, zou de trias eenvoudig opzij worden geschoven. Ook is het in andere landen al eens gebeurd dat een politieke partij langs democratische weg de absolute meerderheid verkreeg en toen de demcratie afschafte (Duitsland 1933) of met behulp van knokploegen en straatgeweld politieke tegenstanders intimideerde (Italië 1923; wat nu in Griekenland en Suriname gebeurt komt ook in die richting).
Belangrijke elementen bij die cultuur:
- traditie. In Turkije is het tientallen jaren normaal geweest dat het leger eens in de zoveel tijd de macht overnam. In veel landen in Latijns-Amerika ook. In Nederland heeft het leger nooit een politieke rol gespeeld, misschien ook wel omdat we meestal zo weinig mogelijk geld voor het leger uittrekken. Vooral noordeuropese landen met een protestantse cultuur hebben een traditie waarin het leger de regering dient en niet overneemt. Al schijnt het in Nederland gebroeid te hebben in de legertop toen Prins Bernhard naar aanleiding van de Lockheed-affaire hartd werd aangepakt.
- welvaart. Als brede lagen van de bevolking redelijk welvarend zijn, ontbreekt al snel een voedingsbodem voor een dictatuur. Ook populistische partijen, zoals de PVV, respecteren de democratie. Let op wat er in Griekenland en andere eurolanden gaat gebeuren als de welvaart in vrije val komt. Ik ben er niet gerust op.
- nuchtere berekening. Een partij die bij verkiezingen verliest, verliest niet zoveel. Ze blijven meedoen, kunnen het beleid beïnvloeden. In een land waar machtsgrepen normaal zijn, heeft iedereen meer te verliezen. Bij ons is leven voor iedereen aangenamer. Het is in het voordeel van iedereen om dat zo te houden. In de Sovjetunie liquideerde Stalin politieke tegenstanders. Zijn opvolgers deden dat niet meer.