Staat in een zin altijd een meewerkend voorwerp?

Nee! Er zijn genoeg zinnen waar geen meewerkend voorwerp aan te wijzen is.

Nee.

In de zin 'ik een een appel' staat geen meewerkend voorwerp, wel een lijdend voorwerp.

In de zin: 'Ik geef jou een appel' wel.

En als de vervolgvraag opkomt: staat in elke zin een lijdend voorwerp is het antwoord ook nee. "Ik fiets op straat" heeft geen lijdend voorwerp.

Normaliter omvat een zin minimaal een onderwerp en een persoonsvorm. ("Ik loop"). Maar als iemand "Brand!" roept, heb je ook een zin, bestaande uit één woord.

Toegevoegd na 33 seconden:
"Ik een een appel" -> "Ik eet een appel"

Nee niet altijd. Je zou er achter kunnen komen door de woorden aan wie of voor wie er bij te gebruiken. Of wanneer je dit in een zin tegenkomen weg zou kunnen laten.

Hieronder een voorbeeld:
Jan geeft Klaas een boek.
De door het werkwoord uitgevoerde handeling heeft hier direct betrekking op een boek. Indirect heeft de door het werkwoord uitgevoerde handeling betrekking op Klaas. Klaas is daarom het meewerkend voorwerp.

Het meewerkend voorwerp in een Nederlandse zin is te vinden door de vraag (Aan) wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp te stellen. Of ook wel gewoon door aan/voor ervoor te zetten.

Kees geeft Henk een hond.
Aan wie geeft Kees een hond? Antwoord: aan Henk.