Dat zijn de diakritische tekens. Het accent aigu: é, accent grave: è, accent circonflexe: ê, en de cedille: ç.
De diakritische tekens bepalen welke klank een woord krijgt. Als je 'pate' schrijft dan moet je dat in het Frans uitspreken als paatuh. Maar zet je een accent aigu op de e, 'paté', dan klinkt het als paatee (zoals wij de leverpastei kennen). En 'pere' klinkt als peeruh, terwijl 'père' gewoon pehruh is - het woord voor vader.
Je kijkt dus naar hoe je het woord schrijft, en hoe dat volgens de Franse regels zou klinken. Zo kun je de logica van de plaatsing der diakritische tekens ontdekken.