Spreekwoord:
uitspraak met een algemene levenswijsheid of morele implicatie, waarvan de vorm vrijwel onveranderlijk is
b.v.: vele varkens maken de spoeling dun; oost west, thuis best
Gezegde:
vaste, idiomatische verbinding van woorden, met figuurlijke betekenis, die geen werkwoord bevat en dus op zichzelf nooit een zin vormt
b.v.: een vrolijke Frans, met hart en ziel, een open deur