De Nederlandse klemtoon lijkt op het eerste gezicht ingewikkeld. De klemtoon kan soms op de laatste lettergreep (encyclopedie), soms op de één na laatste lettergreep (koning) en soms op de voorvoorlaatste lettergreep (kakelen) vallen. Het is zeer moeilijk vast te stellen waarom de klemtoon in een gegeven woord op een bepaalde lettergreep ligt. Er wordt wel gezegd dat het Latijn in de vroege middeleeuwen invloed gehad moet hebben. Inderdaad lijkt het klemtoonsysteem dat we nu hebben in een aantal opzichten vrij sterk op dat van het Latijn. Ook in die taal ligt de klemtoon altijd op een van de laatste drie lettergrepen. Het Nederlandse systeem is sindsdien lange tijd redelijk stabiel gebleven. Volgens sommige geleerden is er zelfs al zevenhonderd jaar niets veranderd.
De hoofdklemtoon ligt in Nederlandse woorden achteraan: in de meeste gevallen op de voorlaatste, in alle andere gevallen op de laatste of de voorvoorlaatste lettergreep. In samenstellingen is de plaatsing van de hoofdklemtoon afhankelijk van de woordsoort van het rechterdeel. Is het rechterdeel een zelfstandig naamwoord of een werkwoord dan ligt de hoofdklemtoon op het linkerdeel. Is het rechterdeel een bijvoeglijk naamwoord of een voorzetsel, dan draagt het rechterdeel de hoofdklemtoon.
- Bronnen:
-
http://neon.niederlandistik.fu-berlin.de/n...
-
http://www.onzetaal.nl/dossier/tongval/t18.php