De farao had vaak meerdere vrouwen, een harem vol. Zoals de hele Oudegyptische maatschappij was ook de harem "gelaagd", d.w.z.: er waren verschillende rangen. Koningsdochters hadden een hogere status dan de vrouwen die farao in zijn harem had opgenomen omdat ze een mooi snoetje hadden.
De hoogste echtgenote van farao (wat wij een koningin zouden noemen) was de Grote Koninklijke Gemalin of Hemet ("echtgenote") Nesoet ("van de koning") Weret ("groot"). Zij was vaak (maar lang niet altijd!) de moeder van de troonopvolger. Verder vervulde ze belangrijke religieuze functies, bijv. in de tempel van Amon, Karnak (bij Luxor), en kon ze politieke macht uitoefenen. Haar hoge status werd uitgedrukt in het recht om een uraeus te dragen, de opgerichte cobra die ook de farao's op hun kronen droegen.
Naast de Hemet Nesoet Weret waren er soms meerdere Hemet Nesoet. Zij hadden geen religieuze of politieke macht, maar konden wel de moeder van de troonopvolger zijn. Hun status werd uitgedrukt in het recht om twee gazellenkopjes op hun kroon te dragen.