Allereerst: referentiewaarden kunnen verschillen per laboratorium, omdat het afhangt van de exacte manier van testen. Voor een juist beeld zou je dus niet alleen de waarde, maar ook de referentiewaarden van het lab moeten weten.
Gemiddeld gezien gelden referentiewaarden tot 50 U/l voor de man, en 35 U/l voor de vrouw.
Nadeel van de gamma-GT is dat de waarde ook kan stijgen door bepaalde medicatie of door drugs, en zéker ook door alcoholgebruik. Zelfs éénmalig alcoholgebruik kan de waarde beïnvloeden. Dus op zichzelf zegt een verhoogde waarde nog niet heel veel, daarom wordt de test ook altijd gedaan samen met andere testen (zoals ALAT en ASAT) die iets kunnen zeggen over het functioneren van de lever.
Naast de leverfunctie kan deze test ook om andere redenen gedaan zijn: daarom moet je ook je arts vragen wat dit betekent. Een waarde alleen zegt namelijk niet veel, en je arts weet waarom deze test is gedaan, kent je medische voorgeschiedenis, kent andere waardes en uitslagen en weet welke klachten je hebt. Deze waarde is in feite één puzzelstuk van een puzzel van minstens tien stukjes, en aan één zo'n stukje kun je nu eenmaal niet zien wat de uiteindelijke afbeelding is.