"In een fles sladressing zitten de "stukjes" netjes verdeeld. Ze zakken niet naar de bodem en ze komen ook niet bovenop drijven. Hoe kan dat??"

Dat komt door de dichtheid van de olie die in de dressing zit.
Dit heet natuurkunde! Simpel gezegd;
Neem eens een blokje ijs en doe het in een glas gevuld met olie. Je zult zien dat het ijsblokje blijft drijven op de olie. Dit komt omdat het ijsklontje lichter is dan de olie.

Als je water bevriest dan zet het uit. Bevroren water heeft daardoor een kleinere dichteid dan gewoon vloeibaar water. ( de dichtheid van een stof is de massa per volume)
Niet elke stof heeft dezelfde dichtheid. Ijs heeft een kleinere dichtheid dan olie én water, waardoor ijs op zowel olie als op water blijft drijven.
Olie heeft een kleinere dichtheid dan water en hierdoor blijft olie op water drijven.
Olie en water als vloeistof mengen niet en hierdoor zal olie altijd op water blijven drijven. De waterdeeltjes trekken zo hard aan elkaar dat ze de oliedeeltjes ertussen
uit duwen. Als het ijsblokje echter smelt, dan krimpt het een beetje, waardoor het zwaarder wordt. Doordat water zwaarder is dan olie, zakt het naar de bodem.
Als het bevroren water smelt, wordt de dichtheid groter.
De dichtheid is vóór het smelten kleiner dan die van olie, maar na het smelten groter.
Daarom zakken de druppels water die van het ijssmelten, door de olie heen.

De stukjes die je in de dressing ziet drijven zijn dus niet zwaar genoeg om naar de bodem te zakken. De dichtheid van de stukjes is dus niet groter dan de dichtheid van olie en ook niet kleiner, anders zouden ze blijven drijven op de olie.