Waarom wordt witte wijn meestal uit een kleiner glas gedronken, dan rode wijn?

Praten over de functie van een wijnglas is eigenlijk praten over het ervaren van smaak.
De vorm van het wijnglas is belangrijk om jouw zintuigen goed hun werk te laten doen. Door wijn in het verkeerde glas te schenken, kan het karakter van de wijn niet goed worden beoordeelt en worden beïnvloed.

Wijnen uit Bordeaux bijv. zijn krachtig en gesloten. Zij hebben een groot glas nodig dat iets taps toeloopt.
De aroma's leggen zo een langere weg af voor ze boven zijn en kunnen zich zo optimaal ontwikkelen voor ze je lippen bereiken. Het bittere van de tannine (looistof) wordt dan ook geneutraliseerd.

Bourgogne wijnen zijn fruitig en kunnen zwaar zijn. Zij komen het best tot hun recht in een wijd en groot glas
omdat deze wijn ruimte nodig heeft om genoeg zuurstof op te nemen. Je moet het goed kunnen draaien en met de zuurstof vermengen zodat de fruitige smaak zich ten volle kan ontwikkelen.

Rode wijn heeft altijd een brede kelk nodig die naar boven taps toeloopt en hierdoor de wijn volop geconcentreerd op de voorkant van je tong belandt.

Glazen voor witte wijn zijn meestal minder groot en breed dan rode wijn glazen.
De opening is ook meestal smal en taps toelopend.
De aroma's vervliegen zo niet zo snel en de balans van de zuren en zoetheid van de vrucht blijft zo beter in evenwicht.
Een Riesling is bijv. licht van aroma's en in een kleiner glas blijven ze geconcentreerder.
Er zijn echter ook witte Bordeaux wijnen die hebben overigens weer wel ruimte dus een breed glas nodig.