Goudvissen horen thuis in een vijver, buiten in de zon.
Ze moeten een rustperiode meemaken in de winter, om dan later, als het goed en warm weer wordt, in de zomer te kunnen paren.
En dan wel in warm en ondiep water op een zonnige plek, tussen veel planten.
Deze planten zijn nodig voor het paringsritueel en deze moeten zowel onder als boven water groeien.
Pas dan zal het vrouwtje haar eitjes tegen de planten afzetten, die direct erna door het mannetje bevrucht worden.
Dit alles missen deze vissen in een kom, ze kunnen er hooguit in overleven en rondjes zwemmen.