Ga naar de inhoud

Omgaan met dementie; 7 tips voor de omgeving


Wanneer een naaste (verschijnselen van) dementie heeft, is het belangrijk om hier op een goede manier mee om te gaan. Mensen met dementie krijgen vaak te maken met veranderend gedrag. Dit vraagt veel van de cliënt en van hun omgeving. Hoe kun je een persoon met dementie het beste benaderen? Hoe gaat je om met een geheugen dat het steeds vaker laat afweten? Wat kun je beter niet doen? Allemaal vragen waar je het antwoord van wilt weten. Omgaan met dementie doe je zo:

1. Zoek informatie: omgaan met dementie op internet

Dementie is een ingrijpende ziekte die veel verschijningsvormen kent. Er bestaan wel ruim 50 verschillende vormen van dementie. Het verloop van dementie verschilt per vorm en persoon. Informeer daarom welke vorm van dementie iemand heeft en lees je goed in. Hoe meer je weet, hoe beter je met een dementerende om kan gaan.

2. Kijk wat nog wel kan en lukt

Langzamerhand zal dementie ervoor zorgen dat iemand zijn of haar vaardigheden verliest. Dagelijkse bezigheden zullen op den duur niet meer lukken. Vraag daarom niet te veel van de persoon met dementie. Als je bekijkt wat er wel en niet lukt, weet je precies wat je kan verwachten. Het langetermijngeheugen van iemand met Alzheimer is vaak beter dan het kortetermijngeheugen. Accepteer dat het niet meer kan en ga over op het volgende onderwerp. Geef zoveel mogelijk complimentjes als de dementerende iets goed doet. Zo krijgt hij of zij het gevoel iets (nog) wel goed te kunnen en daardoor groeit de eigenwaarde én ook niet geheel onbelangrijk: de gezelligheid. 

3. Doe alles wat rustiger aan

Mensen met dementie denken, praten en handelen trager. Doe daarom alles net iets rustiger aan dan normaal. Zorg dat je duidelijk te verstaan bent, praat niet te snel, te veel, te zacht of te hard. Houdt het tempo laag en zorg dat je pas met de volgende zin verder gaat als de dementerende je zin begrepen heeft. Het is fijn als je een gesprek aangaat in een rustige omgeving met zo min mogelijk prikkels. Te veel prikkels kunnen namelijk leiden tot overprikkeling, waardoor het contact moeizamer of slecht verloopt.

4. Let op je vraagstelling 

Zorg dat je niet te feitelijk praat en let op je vraagstelling. Als de dementerende zich op een feitelijke vraag niets herinnert, kan dit erg confronterend zijn. Vraag bijvoorbeeld hoe diegene zijn dag was, in plaats van dat je vraagt wat diegene gisteren allemaal heeft gedaan. Vragen die beroep doen op iemands geheugen kunnen tot extra verwarring leiden wanneer de dementerende het antwoord niet weet. Open vragen zijn in principe het moeilijkst en kunnen alleen nog gevraagd worden in het beginstadium van dementie. De gesloten vragen zijn handiger als de dementie in een verder stadium is. Deze mensen beschikken over minder herinneringen en kunnen vaak ook minder goed kiezen. Het is daarom fijn als ze kunnen kiezen tussen antwoorden, wat rust creëert. Ook het stellen van korte vragen werkt goed. 

5. Blijf geduldig met dementerende

Het is belangrijk dat je geduldig blijft en nooit boos of geïrriteerd wordt. Ook als je meerdere malen dezelfde vraag krijgt, erger je dan niet en blijf rustig antwoorden. Blijf serieus op de dementerende ingaan. Probeer erachter te komen wat hij bedoelt door verder te vragen of woorden of zinnen te herhalen. Meestal zegt de dementerende meerdere malen hetzelfde, maar probeert daadwerkelijk wat anders te zeggen. Daarnaast is het fijn als je duidelijkheid creëert. Doe daarom maar 1 ding of handeling tegelijk. Zorg ook dat je meerdere malen per dag rustmomenten inplant. Door deze rustmomenten kan de dementerende alle verkregen informatie weer verwerken. 

6. Let op je lichaamstaal – erg belangrijk bij omgaan met dementie

Je lichaamstaal speelt naarmate de dementie verergert, een steeds grotere rol. In een later stadium van dementie zullen aanraken en gevoel een grotere rol en betekenis hebben dan woorden. Je kunt tijdens het communiceren de verschillende zintuigen stimuleren. Laat de dementerende dingen ruiken of aanraken als je het ergens over hebt, waardoor hij of zij beter begrijpt wat je bedoelt. 

Naast het lichamelijke contact is het belangrijk dat je let op je lichaamstaal en de toon waarop je praat. Het heeft geen zin om je vrolijker voor te doen dan dat je daadwerkelijk bent, een dementerende heeft dit veel sneller door dan je denkt. 

7. Beeld werkt beter dan woorden

Een beeld is vaak herkenbaarder dan woorden. Vooral beelden van vroeger zijn beter te herkennen voor personen met dementie. Het oude fotoboek kun je regelmatig samen doorbladeren of muziekprogramma’s met muziek van vroeger kun je samen op de TV kijken én misschien wel een beetje mee neuriën. Als dit niet meer lukt, blijf het dan niet proberen en zoek door tot je een andere leuke bezigheid voor jullie samen hebt gevonden. 

Let op: Startpagina geeft geen medisch advies. Raadpleeg bij gezondheidsklachten of een gewenste diagnose altijd een arts.

Meer over: