Bron: © Canva. Huisdieren uit het buitenland meenemen is niet altijd een goed idee.
Huisdieren adopteren: het lijkt een mooi gebaar. Een straathond in Spanje of een zwerfkat op een Grieks eiland een nieuw leven geven in Nederland, klinkt toch al muziek in de oren? Wist je dat hier ook risico’s aan kleven, voor jou, je gezin én andere dieren?
Het adopteren van een dier uit het buitenland vraagt meer voorbereiding (en verantwoordelijkheid) dan je misschien denkt. In dit artikel geven we antwoord op de GoeieVraag: Is het nou goed of niet goed om katten en honden uit het buitenland te adopteren?
Waarom mensen huisdieren adopteren uit het buitenland
Je bent op vakantie, ziet een zielig hondje bij een restaurant, en je hart breekt. Of je hoort via social media over buitenlandse asiels die overvol zitten. Veel mensen besluiten spontaan een dier mee te nemen naar Nederland, uit liefde. Maar goede bedoelingen zijn niet altijd genoeg, zeker niet als je te maken hebt met ziektes, gedragsproblemen of illegale invoer.
Een puppy uit het buitenland adopteren, Kelsey deed het en vertelt erover. Lees daarna verder >>
Gezond? Niet altijd wat het lijkt
Een dier kan er op het eerste gezicht gezond uitzien, maar toch drager zijn van ernstige ziektes. Denk aan:
- Rabiës (hondsdolheid)
- Longwormen of hartwormen
- Teken- of vlooienziekten (zoals leishmania)
Sommige aandoeningen merk je pas na maanden. Ondertussen kan het dier andere huisdieren besmetten of zelf erg ziek worden. Daarom is het ontzettend belangrijk om goed te controleren of het dier alle inentingen en gezondheidsverklaringen heeft.
Dit heb je sowieso nodig bij adoptie huisdieren uit het buitenland
Uit een EU-land:
- Een geldig EU-dierenpaspoort
- Rabiësvaccinatie, minimaal 21 dagen voor vertrek
- Chipregistratie, met plaatsingsdatum en chipnummer
Uit een land buiten de EU:
- Alles hierboven, plus een bloedtest op antistoffen tegen rabiës (minimaal 30 dagen na de vaccinatie)
Check altijd de laatste invoerregels op Nederland Wereldwijd of het LICG.
Gedrag en aanpassing: meer dan een kwestie van training
Straathonden hebben vaak een compleet ander leven geleid dan Nederlandse huisdieren. Ze zijn misschien gewend aan vrijheid, aan overleven op straat, of aan een totaal ander klimaat. Plotseling leven in een drukke wijk in Nederland kan leiden tot angst, stress of agressief gedrag. Zelfs katten kunnen overprikkeld raken in een nieuwe, drukke omgeving.
Een dier dat niet gewend is aan mensen, verkeer of binnenleven, heeft vaak een intensieve en lange periode van gewenning nodig. Vraag jezelf af of je hier de tijd, ruimte en kennis voor hebt.
We snappen ook wel dat het lastig is hoor, zo’n schattig beestje uit het buitenland weerstaan. Bekijk dit en lees daarna verder >>
Illegale adoptie huisdieren: geen uitzondering
Helaas worden er nog steeds dieren illegaal naar Nederland gebracht. Soms met valse papieren, soms zonder vaccinaties. Dit brengt serieuze risico’s met zich mee voor de volksgezondheid. Dierenartsen zijn verplicht om melding te maken van illegale import. En als er sprake is van besmetting, kunnen de gevolgen ernstig zijn, voor het dier én voor jou.
Hoe doe je het dan wél verantwoord?
Wil je echt graag een dier uit het buitenland adopteren? Kies dan voor een betrouwbare organisatie met ervaring in internationale adoptie. Deze organisaties werken samen met lokale asielen en zorgen voor medische controles, vaccinaties, socialisatie en transport.
Of overweeg iets anders:
- Doneer aan een lokaal asiel
- Help mee als vrijwilliger bij een stichting
- Of, misschien nog beter: adopteer een dier uit een Nederlands asiel. Hier wachten ook talloze dieren op een liefdevol thuis.
Goedbedoeld, maar niet altijd goed doordacht
De wens om een dier te redden is mooi. Maar red je het dier écht, als je hem meeneemt naar een omgeving waar hij niet tot rust komt of ziek blijkt te zijn? In veel gevallen kun je beter op afstand helpen dan een hond of kat van de straat plukken. Zo voorkom je teleurstelling, verdriet én gezondheidsrisico’s voor iedereen.
Bronnen:
Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren, Rijksoverheid, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit