Wiskunde

Een reuzenrad heeft een diameter van 12 meter, het laagste punt is 1 meter boven de grond. Mensen zitten wanneer ze instappen op een hoogte van 1 meter. Nu moet ik berekenen hoe die mensen zitten in het reuzenrad (cirkel) wanneer het rad 50 graden gedraaid is. Hoe bereken ik dit? Moet ik in de cirkel een driehoek tekenen?

Toegevoegd na 50 seconden:
Hoe hoog ze dus zitten.

Voordat de tweede fase bestond was er ook al een wiskunde B (en A) is deze wiskunde B van toen hetzelfde als de wiskunde B van nu? Dit gaat dus over de wiskunde van voor 1998.

Voorbeeld: 2^2 = 4. Kun je, als je alleen het getal 4 weet, het proces ook omkeren?