Van waar kwam het strandzand?

Het zand dat je kent van het strand of van de zandbak bestaat meestal uit kleine korreltjes van het mineraal kwarts. Dit mineraal wordt samen met andere mineralen in de aardkorst gevormd tijdens het afkoelen van onderaardse magma?s (vloeibaar gesteente). Het gesteente graniet dat zo gevormd wordt bestaat voor een groot deel uit kwarts. Zodra dat graniet in een gebergte als de Alpen aan het aardoppervlak komt zal het door vorst, water en wind opbreken en beginnen te verweren. Zo komt de kwarts uit het gesteente vrij and wordt vervolgens door stroompjes en rivieren uit het gebergte naar beneden getransporteerd en daarbij steeds kleiner vermalen. Zandkorrels zijn dus eigenlijk een soort van zeer kleine kiezelsteentjes. Na lange tijd kan het zand aan de Noordzeekust terecht komen en daar het strandzand gaan vormen, maar het kan ook al langs rivieren tot rust komen.
Kwartszand is het meestvoorkomende zand, er zijn echter ook nog vele andere soorten zand, allemaal met hun eigen ontstaansgeschiedenis. Strandzand bevat bijvoorbeeld ook vaak schelpengruis. Dat zijn die korrels die zo akelig kunnen blijven plakken als je op het strand gelegen hebt. Onder de microscoop zijn de verschillende zanden goed van elkaar te onderscheiden en blijkt dat zelfs 'gewoon zand' zeer fraai en boeiend zijn.