Als je raam open staat in een rijdende auto ontstaat er vlak achter het begin van de opening een venturiwerking die voor een onderdruk zorgt. Door deze onderdruk wordt er lucht naar binnengezogen. Daardoor loopt de druk van de lucht in de auto op en deze hogere druk wil zich weer egaliseren met de druk buiten de auto. Deze lucht verlaat de auto in het achterste gedeelte van het open raam. Dit proces herhaalt zich continu en verzorgt dus het klapperend geluid. Je voelt de drukwisselingen ook heel duidelijk in je oren.
Je kunt dit fenomeen goed waarnemen als je een sigaret rookt in de auto. De rook die je uit het geopende raam uit wil blazen, vliegt meteen de auto weer in. Zit je achter in de auto en blaas je de rook naar het achterste gedeelte van het geopende raam, dan zie je dat de rook naar buiten wordt meegenomen.