Een magnetron gebruikt straling (elektromagnetische straling) om de O-H verbinding te doen trillen. Gemakkelijk gezegd, een magnetron zorgt dat water warmer wordt. De hoeveelheid straling kan je instellen met het vermogen dat afgegeven wordt. Dat is het wattage. Stel dat je een bord met eten hebt. Met 200W verwarm je het in 20 minuten. Met 900W doe je het in 2 minuten (gewoon even random een tijd). Hoe hoger het vermogen, hoe sneller je het water in je gerechten verwarmt en hoe sneller je eten warm wordt.
Er is dus wel een soort verband met vermogen en temperatuur, maar dat blijft bij "hoe hoger het wattage, hoe sneller je eten warm is". Je kan niet het een in het ander omrekenen.
De reden dat de magnetron sneller is dan een oven, is omdat bij een oven de lucht warm wordt in de oven. Het eten staat in de oven en deze gaat langzaam (van buiten naar binnen) opwarmen.
Bij een magnetron wordt het eten niet alleen van buiten opgewarmd, maar ook vanuit de eerste lagen onder de oppervlakte en (als de magnetron sterk genoeg is) vanuit alle plekken tegelijk opgewarmd (binnenkant of buitenkant).
Nu zou je je af kunnen vragen waarom de buitenkant soms al ontdooid kan zijn (of opgewarmd) terwijl de binnenkant nog koud / bevroren is. Dat komt omdat de straling wel van buitenaf komt. Het moet door het eten heen. De buitenlagen zullen de straling als eerst absorberen. Als het opgenomen is, kan het natuurlijk niet meer verder het eten in.