Wat voor een soort atoombindingen zijn er?

Je hebt atoombindingen, intermoleculaire bindingen en ionbindingen. De namen omschrijven al wanneer ze voorkomen, atoombindingen tussen atomen (bijvoorbeeld bij h2), intermoleculaire bindingen bij moleculen (bijvoorbeeld h2o) en ionbindingen bij ionen (bijvoorbeeld na+ en cl-) Polair en apolair geeft alleen aan hoeveel polen een stof heeft, een pool, denk aan de noord- en zuidpool, is het punt van lading. Dipolair betekent dus niets meer dan dat de stof op twee verschillende punten geladen is, en dus twee polen heeft. Wat bepaalt of een stof apolair of polair is, is de structuurformule. Als een molecuul een soort rechte lijn is, denk aan co2, o-c-o, heeft hij dus geen polen, omdat de c even hard aan beide o'tjes trekt waardoor alle lading gelijk verdeeld wordt en er geen polen zijn. Een stof als h2o, waarbij de h'tjes schuin staan ten opzichte van de O, is wel polair. De O is een pool, en de twee h'tjes zijn een pool. Dit is een versimpelde uitleg, denk hier eens over na en zoek het eventueel verder op voor jezelf. Je hebt nu in ieder geval stof om het met je leraar over te hebben en hem om duidelijkheid te vragen.