Met vloeibaar helium zit je een paar graden boven het absolute nulpunt, het veroorzaakt supergeleiding bij veel metalen en laat superfluiditeit zien, het bewijs dat elektronen in golfvormen en niet in deeltjesvorm in de banen om het atoom heen zitten.
Het heeft inzicht gegeven in een aantal kwantummechanische aspecten.
Het wordt nog steeds toegepast als koelmiddel voor supergeleidende magneten (worden gebruikt in MRI en Fusiereactoren) alsmede andere toepassingen bij ultra lage temperaturen.
Het heeft dus nog steeds veel nut.
Toegevoegd na 21 uur:
Superfluiditeit is een heel raar verschijnsel, als men water in een vat met een nauwe opening aan de onderkant laat lopen, krijgt men een fijn waterstraaltje en het duurt enige tijd voordat het vat leeg is.
Heeft het vat een gat zo groot als de bodem (valluik constructie,) dan is het vat in een tel leeg.
Bij vloeibaar helium en een heel klein gaatje onderin de container zonder extra druk van boven, is het vloeibare helium in een tel beneden.
Het gaatje is dan zo groot als een speldenprik dus diameter 1/2 mm of zo
Als je dat ziet denk je , dat is onmogelijk, vloeibaar helium heeft dan dus zo goed als geen viscositeit (stroperigheid)
Van alle experimenten die ik gezien heb (dat zijn er heel veel) maakte deze de meeste indruk op mij.
De vloeistof werd alleen door zijn geringe dichtheid en kolomhoogte door het gaatje geperst, dus er kwam geen hoge gasdruk aan te pas.
Met water door een holle diamant te sturen met 10 000 atmosfeer heb een waterzaag die dik staal snijdt al boter.
Zelfs de waterzaag geeft een wateropbrengst (bij die hoge druk ) die niet eens in de buurt komt van de proef met vloeibaar helium.
Mensen die vertrouwd zijn met natuurkundige verschijnselen moeten dan even alles loslaten wat ze over vloeistofkolommen , gatgrootte en druk geleerd hebben.
Je hebt dan het gevoel dat je naar een hele goede truc zit te kijken wat het NIET is.
Toen ik met een Tesla een gloeilamp van 60 Watt op volle kracht in mijn hand liet branden (ik stond in serie met lamp en tesla trafo) waren de natuurkundedocenten van het VWO zo verbijsterd dat ze nazorg nodig hadden, ik hoorde hen zeggen DAT KAN NIET, dit moet dodelijk zijn. Ze mochten echter onderzoeken op verborgen koperdraden die er uiteraard niet waren. Die verbijstering trof mij ongeveer met superfluiditeit