wat is het verschil tussen zelfregulatie en zelforganisatie in de biologie?

Zelfregulatie
Biologische eenheden zijn is staat zichzelf in stand te houden door zelfregulatie. Bijvoorbeeld herstel van schade, verdedigen tegen schadelijke stoffen. Om in leven te blijven moeten organisme ademhalen, zich voeden en aanpassen aan hun omgeving. Zelfregulatie komt tot stand door hormonen, zenuwen dooor zintuigen en transport van stoffen.
Autotrofe organismen (bijvoorbeeld planten) maken hun eigen voedsel en leggen daarbij zonlicht vast in chemische reacties dmv fotosynthese.
Heterotrofe organismen (bijvoorbeeld dieren) verbruiken deze chemische energie die door autotrofe organismen is vastgelegd.

Zelforganisatie
Complexe zelfregulatie wordt mogelijk gemaakt doordat biolosiche eenheden zichzelf organiseren. Door deze zelforganisatie zijn ze in staat zichzelf te organiseren tot ‘biologische eenheden van een hogere orde’. Daardoor ontstaan er nieuwe structuren, cellen kunnen zichzelf bijvoorbeeld organiseren tot een weefsel (nieuwe structuur) of weefsels tot organen (nieuwe structuur). Daardoor ontstaan emergente eigenschappen.
De emergente eigenschap lopen bijvoorbeeld is wel waar te nemen op het niveau organisme, maar niet op het lagere niveau organenstelsel. Spierstelsel kan niet zelfstandig lopen, heeft nog andere stelsels nodig.
In de zelforganisatie ontstane structuren is ordening waar te nemen. Er is altijd verband tussen vorm en functie.

Zoals je ziet is het verschil dat bij regulatie het organisme zich bewapend heeft met een aantal eigenschappen die elk op zích iets kunnen doen voor de instandhouding. Terwijl organisatievermogen meer de nadruk legt op het samengaan van eigenschappen zodat er een eenheid ontstaat die je als een geheel kunt beschouwen (emergentie) en al samenwerkend een taak volbrengen.

http://www.scholieren.com/samenvatting/80197