Planktondieren zijn er in vele soorten en maten. De kleinste diertjes bestaan uit één cel. Onder de microscoop zijn hun prachtige vormen te bewonderen. De trilhaar- of wimperdiertjes zijn de meest voorkomende ééncelligen. Roeipootkreeftjes en larven van vissen en bodemdieren kunnen een paar millimeter groot worden. Krill bestaat uit garnaal-achtige diertjes van ongeveer drie centimeter lang. In de oceanen vormen zij het belangrijkste voedsel voor veel walvissen. Kwallen worden nog veel groter: sommige soorten kunnen een diameter van meer dan 1 meter bereiken. Toch horen zij ook bij het plankton.
Plankton is een naam voor alle plantjes en diertjes die geen eigen mogelijkheid hebben om zich te verplaatsen. Die organismen zweven in het water en kunnen (soms) best een klein stukje omhoog of opzij, maar slechts over verwaarloosbare afstandjes.