Wat is het verschil tussen natuurlijke selectie en survival of the fittest?

Die begrippen liggen in elkaars verlengde. Survival of the fittest betekent dat de meest geschikte als soort overleven zal. Het gaat dus niet om fit in de zin van sterk maar om meest geschikt /aangepast aan een bepaalde omgeving, situatie etc. Zo zal een dier dat tegen grote droogte bestand is, een periode van droogte overleven en een
soortgenoot niet. De sterkste krijgt dus nageslacht dat ook bestand zal zijn tegen bijv. die droogte. Daarmee zal deze soort ook met een soortgenoot paren die het ook heeft gered en zal redden. Nakomelingen die niet zo aangepast zijn, sterven eerder en krijgen dus geen of zwak nageslacht.. Zo is de natuurlijke selectie vanzelf een feit.

Survival of the fittest kun je het best zo snel mogelijk vergeten, omdat het tegenwoordig een tautologie is. De fitness in evolutionaire zin is namelijk het aantal nakomelingen na x generaties (meestal neemt men x=2). Is de fitness groter dan 1 dan groeit de soort of de genfrequentie. Het betekent dus zoveel als de genen of organismen die het best reproduceren overleven het best. Het idee is dat de best aangepaste soorten het best overleven, met de fitness in het fitnesscentrum heeft het niets te maken. De term is pas later in de evolutietheorie terecht gekomen, om de notie van een strijd om het bestaan aan te geven, waarbij de sterksten overwinnen en later is het een soort vakterm geworden binnen de theorie en werd ingezien dat alleen het voortplantingssucces uiteindelijk van belang is.

Natuurlijke selectie is het centrale thema in "The Origin of Species", naast de notie van gemeenschappelijke afstamming. Het boek vergelijkt het ontstaan van huisdierrassen door selectie van de mens op bijvoorbeeld melkgift van koeien met de selectie van de omringende natuur op wilde dieren, waarbij naast plaatselijke rassen ook nieuwe soorten ontstaan.

Darwin geeft aan hoe de toevallige voorkeur van bepaalde boeren aanleiding heeft gegeven tot de vorming van allerlei plaatselijke rassen. We zien dit niet zo heel veel meer, maar denk aan de brandrode runderen, de Maas Rijn en IJselkoeien, de Newfoundlander, de Labrador retriever, de Schotse collie, die allemaal door plaatselijke voorkeuren zijn ontstaan.
Zo is de natuurlijke selectie ook bepaald, maar dan door klimaat, beschikbaarheid van bepaalde typen voedsel (Galapagosschildpadden) en plaats. De Galapagosschildpadden zijn het geschiktste voorbeeld denk ik, omdat op sommige plaatsen de schildpadden van de blaadjes van cactussen moeten peuzelen hebben ze geulen in het schild en extra lange nekken ontwikkeld, op wat vochtiger eilanden met gras houden ze de normale proporties en eten ze dicht bij de grond.

Een aparte plaats neemt nog seksuele selectie in, waarbij het vrouwtje (in de meeste gevallen) de plaats van de boer inneemt en kiest voor het meest aantrekkelijke mannetje in haar ogen. Darwins favoriete voorbeeld was de Argosfazant meen ik, maar er zijn talloze voorbeelden te bedenken. De Origin of Species staat ook vol met dergelijke voorbeelden en zou eigenlijk verplichte kost moeten zijn op de middelbare scholen.

"natuurlijke selectie" is Nederlands, "survival of the fittest" is Engels.

Ik ben mij er van bewust dat dit niet je vraag is maar het is wel een correct antwoord ;-)

Wat is het verschil tussen " en survival of the fittest?

Het gaat niet op dat "natuurlijke selectie" Nederlands is,en dat "survival of the fittest" Engels is,al is dit idd wél een correct antwoord.
Maar er komt méér bij kijken:
survival of the fittest betekend iets anders dan natuurlijke selectie.
Natuurlijke selectie houd in dat planten en dieren die sterker zijn dan anderen in een bar klimaat weten te overleven,met weinig voedsel en weinig water weten uit te komen ezv.
survival of the fittest houd in dat dieren en planten niet sterker zijn dan anderen en daardoor overleven,maar zij weten zich door vindingrijkheid aan te passen,bvb door giftig te zijn waardoor zij niet opgegeten worden,door diep onder de grond aan water te kunnen terwijl anderen dit niet kunnen,daar gaat het niet om lichamelijk sterker zijn waardoor zijn een groter uithoudingsvermogen hebben en daardoor overleven,neen,daar gaat het erom dat zij zich weten aan te passen aan hun omgeving,zich weten aan te passen aan de roofdieren,aan de droogte met het oog op water en voedsel vinden terwijl anderen dit niet kunnen.
Daar gaat het verder dan enkel en alleen maar Natuurlijke selectie.
Daar gaat het niet om de meest sterke,maar om de meest aangepaste.