bestaan er twee typen spermacellen?

Mensen hebben slechts één type spermacel, het is echter wel bekend dat sommige dieren verschillende spermacellen hebben. Fruitvliegjes bijvoorbeeld:

De spermacellen van het fruitvliegje helpen elkaar tijdens hun gevaarlijke tocht naar de baarmoeder van de vrouwtjesvlieg. Kleine, onvruchtbare varianten van het sperma beschermen hun grotere broers.

Er wordt heel veel onderzoek gedaan naar spermacompetitie. Als een vrouwtje door verschillende mannetjes wordt bevrucht is de spermacompetitie evolutionair gezien erg belangrijk, mannetjes libellen vegen bijvoorbeeld het vrouwtje met een speciaal borsteltje eerst helemaal schoon voordat ze hun eigen sperma inbrengen (ook de heggemusmannetjes pikken eerst het aanwezige sperma uit de cloaca alvorens een vrouwtje te bevruchten) en ook op micro niveau gaat spermacompetitie gewoon door.
Libellen hanteren ook de techniek van verlengde paring (evenals mensen), ze vliegen vaak als koppel of het mannetje zit op het vrouwtje op het moment dat ze eitjes in planten legt met haar legboor, zoals bij pantserjuffers.
Bij mensen is het goed mogelijk dat er sperma van verschillende mannen tegelijk aanwezig is, en is het dus een voordeel als jouw sperma efficiënt het sperma van andere mannen aanpakt. Het ligt dus voor de hand dat dit soort mechanismen ontstaan waarbij spermacellen meer dienen als schildwacht tegen latere bevruchters. Het is natuurlijk ook wel prettig als er ook nog cellen overblijven die de bevruchting zeker stellen, dus die cellen zijn altijd aanwezig.
Er moet dan ook wel een mechanisme zijn dat spermacellen laat specialiseren als killer sperma dat alleen als schildwacht dient tegen andere spermacellen. In 1996 is er een publicatie geweest waarin men dit soort specialisatie had geconstateerd, maar in geen enkel vervolgonderzoek zijn dat soort resultaten verder gevonden. Alleen bij slakken met hun zeer ingewikkelde voortplantingsorganen zijn spermazotoiden gevonden die echt als killer cells werkten.
De belangrijkste methodes is simpelweg het verbeteren van de snelheid en richtingsgevoeligheid en het reduceren van het formaat van de spermatozoiden geweest. Hoe kleiner de cellen hoe meer je er kunt produceren met een beperkte hoeveelheid tijd en voedsel, meer cellen betekent meer kans op bevruchting.
Overigens is het toedichten van superieure eigenschappen op grond van een snelle spermatozo een beetje onzin, het is puur een toevalsproces onafhankelijk van de genen die in de spermacel zitten, die genen doen niets bij gebrek aan cytoplasma en ribosomen. Het zegt niets over het atletisch vermogen van het kind of de resistentie tegen ziektes. Mannelijke nakomelingen zullen misschien niet zo snel problemen met hun vruchtbaarheid hebben, als bij kinderen verwekt met IVF, waar men mannen met slecht beweeglijk sperma toch een kind kan laten krijgen.

Actieve en inactieve.