Het woord evolutietheorie wordt hier wederom gebruikt alsof het één verschijnsel is, dat - bijvoorbeeld- gebruikt kan worden als tegenovergestelde van , pakweg, creationisme. Dat is echter te kort door de bocht.
Evolutie is een verschijnsel dat we eigenlijk tamelijk eenvoudig kunnen aantonen en zelfs waarnemen, en dat ten grondslag ligt aan het ontstaan van en de ontwikkeling der soorten. Het stukje 'theorie' slaat vooral op het precieze mechanisme / de mechanismen áchter dat proces, zoals natuurlijke selectie.
Al heel lang voor Darwin waren er mensen die hun hersens gebruikten en naar de wereld om hen heen keken, en begrepen dat de wereld geen status quo is, die eenmalig zo geschapen en altijd zo gebleven is.
De oude grieken (met naam : Amaxinandros) zagen al een soort 'ontwikkeling' in de dierenwereld van vis tot mens.
een idee dat nooit helemaal is weggeweest, en ondanks de middeleeuwen uiteindelijk in de verlichting weer serieus tot onderzoek kon leiden.
Een van de grootste namen was Lamarck, die wel zag dat soorten veranderden, maar dacht dat dat kwam door overerving van verkregen eigenschappen. (Bijvoorbeeld : giraffen krijgen een langere nek door het reiken naar hoge blaadjes, dus erven hun jonkies een langere nek).
Ook dacht hij dat uitgestorven dieren dieren waren die bij de zondvloed de ark gemist hadden, en deelde dieren dus in bij 'post-deluviaanse' en 'ante-deluviaanse' dieren (dino's met name).
Darwin was verreweg de bekendste, niet zozeer omdat hij met de enige sluitende verklaring kwam, maar omdat hij ZO ongelofelijk veel bewijzen en gegevens voor evolutie verzamelde, dat werkelijk geen mens die nog serieus genomen wenste te worden er nog omheen kon. Al is dat zeker geprobeerd (en zijn er nog steeds mensen die het proberen). De tijd was er trouwens rijp voor, want aan de andere kant van de wereld was Alfred Russell Wallace al tot de zelfde conclusie gekomen.
De grote doorbraak kwam toen de Duitse monnik Mendel feitelijk ontdekte wat genen waren en hoe dominante en recessieve overerving in hun werk gaan.
En dan heb je nog interessante zijpaadjes als Ernst Haeckel, die meende in embryo's een mini-versie van de evolutie te zien, waarbij ieder levend wezen alle stadia tot het eind-staium doorloopt. Of Louis Leakey, die met name de evolutie van de mens onderzocht.
Tot op de dag van vandaag zoeken we naar mechanismen en wetmatigheden achter evolutionaire processen. Mijn lettertjes zijn echter helaas op......zie opmerkingen