Het plantenleven is onstaan vanuit de algenfamilies. Net zoals algen fotosynthese gebruiken, zo ook onze planten. Door onderscheidt, klimaat, selectie en toeval onstaan er varianten. Om meer licht te vangen zal je zien dat een boom in het bos hoger groeit dan als hij alleen op een weiland zal staan, dit geldt zeker ook voor de primitieve algen/planten. Naast aanpassing (varianten) wil de plant zeker zijn van zijn bestaan, naast voorplanting vind er ook een modificatie plaats waarbij de cellen van de plant veranderingen ondergaan indien gewenst. Toen de grazer kwamen werd het voor een hele grote groep planten moeilijker, de plant verdedigde zich door niet lekker meer te smaken, diepere wortels, of taai en onverteerbaar te worden, waarbij de grazer groter werden zodat de vertering langer kon duren. De plant is door middel van zijn cellen instaat om zonder te kunnen zien of te ruiken zich met kleuren en geuren te voorzien. De bloem zal trouwens veel later in de plantenevolutie ontstaan. Ik meen ooit gelezen te hebben dat dinosaurussen nooit bloemen hebben gezien. Of dat ook klopt durf ik niet te zeggen, de bloem heeft meestal een insect nodig voor bestuiving, en de insect kwam veel eerder op het land dan de hagedisachtigen. Misschien dat er eerst sprake was van spoorachtige bloemen, en later de bloem die afhankelijk was van insecten.