Welke soorten vogels in Nederland hebben met dit vriesweer moeite om aan eten te komen?

De vogelbescherming geeft aan dat alle vogels baat hebben bij bijvoederen. De koude temperaturen maken dat er meer energie nodig is, om te overleven, terwijl het aanbod van voedsel voor alle vogels minder is geworden.

De natuur is zo ingesteld dat de meeste vogels die in ons land ook in de winter verblijven, voldoende voedsel hebben.
Momenteel is het wel erg koud, maar voor de vogels niet extreem, dat wordt het pas als voor langere tijd alle water is dichtgevroren en er een dik pak sneeuw ligt.
Vogels bijvoeren is vooral leuk voor de mens zelf, zo zie ik iedere dag een twintig tal mussen het kippenhok invliegen om van het kippenvoer te snoepen, sind gisteren zitten de kippen echter binnen, maar de mussen blijven komen, dat het ik ze zelf aangeleerd door iedere dag de kippen te voeren, het gevaar hiervan is, dat de mussen lui worden en gewoon een aantal keren per dag bij de kippen komen eten, stopt dit ineens, dan is het niet ondenkbaar dat er mussen zullen verhongeren, speciaal voor hun staat er nog in de buitenren een bakje met kippenvoer.
het zijn biologische legkorrels waar echt alles in zit, voor een gezonde sterke mus.

De ijsvogel kan hierbij als een zeer goed voorbeeld worden aangehaald. Veel afwateringswegen zijn de afgelopen decennia genormaliseerd, zeg maar: rechtgetrokken. De natuurlijke waterlopen en daarmee de stroomversnellinkjes zijn hiermee verdwenen. Dit houdt in dat beken sneller dichtvriezen, waardoor het voedsel voor de ijsvogel, te weten vis, onbereikbaar wordt. Het gevolg hiervan is dat de wintersterfte onder ijsvogels tegenwoordig veel hoger is dan vroeger. In zachte winters kunnen de ijsvogels goed overleven. Meerdere zachte winters achter elkaar levert een hoger bestand aan ijsvogels op, zoals nu al een aantal jaren het geval is. Komt er dan een keer een echte winterse periode, dan kan het maar zo zijn dat wel 80 tot 90% van de ijsvogelpopulatie het loodje legt. Ook winterkoninkjes kennen dit fenomeen.