Op zich een goed idee - maar er zijn een aantal problemen.
Het eerste probleem is dat meteorieten meestal stenen zijn, of soms een mengsel van gesteente en ijs (bekend als een "vuile sneeuwbal"). Ook al hebben die vrijwel dezelfde snelheid als de aarde, als je die bovenin de dampkring loslaat zullen ze naar beneden vallen - waarbij zowel stenen als "vuile sneeuwballen" nogal slecht "dwarrelen".
Stofjes daarentegen kunnen wel dwarrelen, net als klein gruis.
Zulk klein grut kan ons wel van achteren raken, maar daartoe moet het al in ongeveer dezelfde baan zitten als de aarde. Op zich kan dat - maar zodra zo'n korreltje dichter bij de aarde komt, zal de zwaartekracht van de aarde z'n werk doen en het stofje alsnog tot grotere snelheid versnellen.
Een groter probleem is dat de dingen die ons raken eigenlijk nooit in dezelfde baan zitten als de aarde. Juist doordat hun banen zo verschillend zijn als de onze, zijn de snelheidsverschillen zo enorm groot.
Veel meteorieten zijn afkomstig van kometen. Die kometen komen uit de buitenste regionen van het zonnestelsel. Van daaruit vallen ze richting de zon. Dat is een val van vele honderden miljoenen kilometers! Als een steen of een stofje over zo'n enorme afstand valt, zonder enige wrijving, zal de snelheid dus enorm hoog zijn. En dan komt ineens de aarde van rechts, die ook nog eens een merkbare aantrekkingskracht heeft...
Kortom, in de praktijk komt het eigenlijk nooit voor dat iets "naar beneden dwarrelt".
Wat wel kan gebeuren is dat een steentje in de dampkring komt, door de hoge snelheid verdampt en/of explodeert, en dat het daarbij ontstane gruis alsnog heel langzaam naar beneden dwarrelt. Maar dan hebben we het over dwarrelende restanten, niet over een dwarrelende meteoriet.