In principe klopt jouw redenatie. En dat betekent dat stilstand, in de zin van absolute stilstand, niet bestaat.
Stel dat jij ergens in een raket in de ruimte zit, en dat ik in een andere raket zit, en dat jij mij inhaalt. Dan kunnen we zeggen dat ik met 100 km/u beweeg en jij met 110 km/u.
Maar als iemand zeg dat ik stilsta en dat jij mij met een snelheid van 10 km/u voorbijkomt, heeft die persoon ook gelijk.
Als een derde persoon zegt dat jij stilstaat en dat ik met 10 km/u achteruit vlieg, heeft die persoon ook gelijk.
Een vierde persoon die zegt dat jij met 7 km/u vooruit vliegt en ik met 3 km/u achteruit, heeft ook al gelijk.
Stilstand en beweging bestaan dus niet als iets absoluuts. Stilstand en beweging zijn afhankelijk van het gekozen referentiepunt. Elk referentiepunt dat niet versnelt is gelijkwaardig. Verschillende referentiepunten, zoals van de vier personen die ik hierboven noemde, zijn niet 'beter' of 'slechter' dan andere referentiepunten.
--
Maar...
We hebben ook nog de kosmische achtergrondstraling. Dat is het restant van de Oerknal. Die komt uit alle richtingen, en is vanuit elke richting even sterk.
Tenzij je beweegt. Als je ergens naartoe beweegt, zie je vanuit de richting waarin je beweegt meer kosmische achtergrondstraling dan vanuit de richting waarvandaan je je verwijdert. De straling die "van voren" komt is sterker en "blauwer" dan de straling die "van achteren" komt.
Door dus heel precies te meten uit welke richting je hoeveel kosmische achtergrondstraling ontvangt, kun je toch zeggen hoe snel je beweegt en in welke richting - althans, ten opzichte van de kosmische achtergrondstraling, en dus ten opzichte van de Oerknal. Op die manier is er toch een vorm van absolute stilstand en absolute snelheid te definiëren.