Er is geen middelpunt, beginpunt, einde of uiterste grens. Er zijn alleen punten waar wij niet voorbij kunnen kijken. Zo is er de big bang. Wat er voor was, kunnen wij niet zien. Of er iets voor was en in welke vorm, blijft voor ons onduidelijk. Verder terug in de tijd kijken en beredeneren dan die 13,7 miljard gaat nu simpelweg niet.
Daarnaast is er de grens van het voor ons zichtbare. Lichtstralen die al miljarden jaren onderweg zijn, bereiken ons nu pas. Sterrenstelsels gelegen op de grens van ons zichbare bereik liggen geenszins op de grens van het heelal. Sterker nog, die sterrenstelsels lijken zich snoeihard van ons af te bewegen. Zo hard, dat ze over duizenden jaren niet meer voor ons zichtbaar zijn. Met andere woorden, het licht van hun sterren kan ons niet meer bereiken omdat de sterrenstelsels waarin ze zich bevinden zich sneller dan het licht van ons verwijderen.
Onmogelijk? Ja, inderdaad. materie kan niet sneller dan het licht reizen. Maar hoe kan het dan dat die sterrenstelsels zich sneller dan het licht van ons verwijderen? Dat komt door de expansie van het universum. Het heelal groeit niet aan zijn grenzen, want die zijn er niet in zo'n vorm. Het heelal groeit overal. Dat houdt in dat tussen ons en de bovengenoemde sterrenstelsels meer 'heelal' onstaat. Er komt simpelweg ruimte bij. En hoe groter de afstand tussen 2 objecten, hoe meer heelal er tussen kan ontstaan. Tussen ons en die sterrenstelsels ontstaat op een moment meer ruimte dan het licht kan overbruggen.
Kortom, er is geen 'beginpunt', geen 'middelpunt' en we meten de groei van het heelal aan de versnelling die we zien in het van ons af bewegen van veraf gelegen objecten.