De school mag in principe bepalen hoe het geld voor het rugzakje wordt ingezet.
Ik begeleid zelf leerlingen met een rugzak, en de meeste kinderen begeleid ik 1-op-1. Maar ik heb ook kleuters voorbereid op het leren lezen in groep 3, en dat deed ik in groepjes van 3 of 4 kinderen. Vorig jaar had ik ook een groepje kinderen in groep 3 waarmee ik woordenschatlessen deed, waarvan een van die kinderen een rugzakje heeft. Nu doe ik met hem andere dingen, en heb ik hem weer individueel. Verder heb ik een leerling in groep 8 die ik begeleid met rekenen, en ook daar zit een extra leerling bij. Die lift als het ware mee op het rugzakje van haar klasgenoot.
Het is helemaal afhankelijk van de begeleiding die je kind nodig heeft, voor welke manier gekozen wordt. Zo heeft mijn dochter in groep 1 een jongen in de klas met een rugzakje, die een deel van de dag een extra juf in de groep heeft.
Er zijn zelfs scholen die ervoor kiezen om door middel van het rugzakjesgeld een extra groep te maken (dit kan alleen als je veel rugzakjes op een school hebt), zodat de klassen kleiner worden. Dit is toegestaan, maar vind ik zelf oneigenlijk gebruik van het geld, omdat het niet direct ten goede komt aan het kind, al zit het dan misschien in een iets kleinere klas.
Maar begeleiding in een groepje kan juist ook een grote meerwaarde hebben. Als je bijvoorbeeld rekenspelletjes met een kind doet, is het juist erg leuk en goed als er leeftijdgenoten zijn om met het spelletje mee te doen, en niet altijd alleen de juf. Ook als een kind op sociaal gebied veel begeleiding nodig heeft, kan juist het werken in een klein groepje heel goed zijn. Bovendien kan het ervoor zorgen dat een kind minder in een uitzonderingspositie komt.
Maar voor andere kinderen is het juist heel prettig om 1-op-1 aandacht te hebben, of hebben echt heel veel intensieve aandacht nodig.
Overigens wordt bij ons op school altijd met de ouders overlegd of zij het er mee eens zijn als er een ander kind of andere kinderen meeprofiteren van het geld.
We hebben regelmatig overleg met de ambulant begeleider, de ib-er, de leerkracht, de ouder(s), de begeleider (ik dus) en soms ook nog met bijvoorbeeld de fysiotherapeut of logopedist, en in dat soort gesprekken wordt dat besproken.