Vrouwenauto's moeten vooral praktisch zijn : er moet van alles inpassen (kinderen, boodschappen, sportspullen, tuinplanten, af en toe een fiets-met-lekke-band, de hond natuurlijk, alles wat je nodig hebt voor een dagje 'strand'), en vooral : hij moet het, na vullen met benzine, gewoon 'doen'. Een leuk kleurtje is niet verkeerd, maar dat komt vaak op het 2e plan - bij een 2e-handse kan je nou eenmaal niet kiezen. En je moet hem in de kleinste plekjes kunnen inparkeren, want slepen met al die benodigdheden is nou eenmaal geen feest, vooral niet als het regent en waait, en je tóch al handen te kort komt.
Mannenauto's moeten vooral iets vertellen : hoe flitsend de bestuurder is, of hoe sportief, of hoe rijk, hoe alternatief-denkend, hoe 'sexy', hoezeer gezinsman (als er plakplaatjes en kinderzitjes in zitten), hoe veel hij van muziek houdt (aantal zichtbare speakers, en hoeveelheid geluid die door de isolatie van dichte deuren en ramen naar buiten dreunt)
Er gezellig technisch aan knutselen is een uitdaging, en verdient nadien een uitgezakt op de bank genoten biertje, en hij moet 'stem', 'smoel' en 'kleur' hebben, vooral geen 'kleurtje'....
Als hij geparkeerd staat, moet iedere voorbijganger aan zijn belijning kunnen zien, dat dit de auto van een '......'-man is...
Uitgesproken cliché- verhaaltje, natuurlijk, maar leuk om even bij stil te staan....