Net zoals in veel gevallen is geloven of niet geen kwestie van ja of nee, zwart of wit. Er zijn vele grijstinten. Richard Dawkins heeft tav godsgeloof onderstaande verdeling gemaakt die beter recht doet aan de bestaande driedeling in gelovig, agnost, atheïst:
1. Overtuigd theïst. 100 procent waarschijnlijkheid dat er een God is. In de woorden van C.G. Jung: "Ik geloof niet, ik weet."
2. De facto theïst. Zeer hoge waarschijnlijkheid maar geen 100 procent. "Ik weet het niet zeker, maar ik geloof sterk in God en leef mijn leven op basis van de aanname dat hij bestaat."
3. Geneigd tot theïsme. Meer dan 50 procent maar niet erg hoog. "Ik twijfel sterk, maar ben geneigd in God te geloven."
4. Compleet onpartijdig. Precies 50 procent. "Het bestaan van God en het niet bestaan van God zijn precies even goed mogelijk."
5. Geneigd tot atheïsme. Minder dan 50 procent maar niet erg laag. "Ik weet niet of God bestaat maar sta skeptisch tegenover dit idee."
6. De facto atheïst. Zeer lage waarschijnlijkheid, maar geen 0 procent. "Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat het bestaan van God erg onwaarschijnlijk is en leef mijn leven op basis van de aanname dat hij niet bestaat."
7. Overtuigd atheïst. "Ik weet dat er geen God is, met dezelfde overtuiging als Jung weet dat deze er wel is"
Een agnost zou in categorie 4 vallen. Een atheïst kan, afhankelijk van de mate waarin het bestaan van een god ontkend wordt, beschreven worden volgens de kenmerken van categorieën 5, 6 en 7.
- Bronnen:
-
http://en.wikipedia.org/wiki/Spectrum_of_t...