Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken.
Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten.
Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’
In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425).
„Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306).
In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245).
„De Wachttoren beweert . . . niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365).
„De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16).
En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.