Vruchtwaterpunctie (Prenataal)
Een vruchtwaterpunctie of amniocentese kan uitgevoerd worden tussen de 14e en 20ste week van de zwangerschap. De gynaecoloog gaat met een dunne naald de baarmoeder binnen om vruchtwater af te nemen. Het DNA van de baby in het vruchtwater wordt gebruikt voor de DNA-analyse. Er kunnen enkele bijwerkingen optreden als buikkramp, vaginale bloeding en lekken van vruchtwater. Er bestaat ook een kleine kans dat de test de baby zal schaden of dat het een miskraam veroorzaakt.
Vlokkentest (Prenataal)
Met behulp van een vlokkentest of chorionvillusbiopsie kan in een vroeg stadium van uw zwangerschap het vaderschap bepaald worden. De vlokkentest kan tussen de 10e en 13e week van de zwangerschap uitgevoerd worden. De gynaecoloog gaat met een tangetje of buisje de vagina binnen en door de baarmoederhals om zo wat chorionvilli af te nemen, dit zijn kleine stukjes weefsel van de baarmoederwand. Chorionvilli zijn afkomstig van de bevruchte eicel waaruit de baby ontstaan is en heeft daarom hetzelfde DNA als de baby. Mogelijke bijwerkingen zijn lichte bloedingen en buikpijn. Ook bestaat er een kleine kans op een miskraam.
Vanaf de tiende week is dat dus mogelijk, maar overweeg wel of dit (kleine) risico voor je kind, dit je waard is.
- Bronnen:
-
http://www.dnasolum.nl/Soorten_vaderschapstesten