Voogdij is gezag over een minderjarig kind dat niet door de ouders wordt uitgeoefend, maar door iemand anders. De voogd neemt het recht en de plicht om voor een kind te zorgen over van de ouder(s).
Voogdij kan door 1 voogd of door 2 voogden samen worden uitgeoefend. De voogd moet 18 jaar of ouder zijn en mag niet onder curatele staan of aan een geestelijke stoornis lijden.
Ouders kunnen in hun testament of in een notariële akte 1 of 2 personen aanwijzen als voogd. Het is zelfs mogelijk al een voogd aan te wijzen nog voordat het kind geboren is. De persoon die bij testament is benoemd, is niet verplicht de voogdij te aanvaarden. Hij of zij kan de benoeming weigeren. In dat geval zoekt de rechter een ander geschikt persoon.
Mits de ouder alleenstaand is en er dus geen 2e ouder de ouderlijke macht draagt, kan het echter wel voorkomen dat de overlevende ouder deze ouderlijke macht op gaat eisen.
De rechter bepaalt dan of dit in het belang van het kind is.