Een eigen weg is in Nederland in principe voor iedereen toegankelijk. Het betreden van andermans grond is namelijk toegestaan, behalve als de grond is afgesloten, er schade ontstaat, of door de eigenaar kenbaar wordt gemaakt dat het betreden verboden is, bijvoorbeeld door een bordje "verboden toegang voor onbevoegden (art. 461 Wetboek van Strafrecht)".
Er zijn situaties waarop art 461 niet van toepassing is nl.:
dat er op de eigen weg een recht van overpad is. Men heeft dan het recht om (deels) gebruik te maken van de grond, ondanks het bordje Verboden Toegang voor onbevoegden.
Een recht van overpad is een zogenoemde 'erfdienstbaarheid'.
Erfdienstbaarheid of servituut is een zakelijk recht, en wel een last, waarmede een onroerende zaak - het dienend of lijdend erf - ten behoeve van een andere onroerende zaak - het heersend erf - is bezwaard.
Eenvoudiger omschreven:
Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een erf, het dienende erf, ten bate van een ander erf, het heersende erf, is belast. De hiervoor genoemde woorden zijn afkomstig uit de wet en geven kort gezegd weer waar het bij de vestiging van een erfdienstbaarheid om draait. Het is de bedoeling dat de eigenaar van het dienende erf iets duldt van de eigenaar van het heersende erf. In het geval van boer A en boer B is boer A eigenaar van het dienende erf en boer B van het heersende erf. Boer A moet dulden dat boer B over zijn terrein loopt.
Dit alles is geregeld in het Burgerlijk Wetboek Boek 5 Titel 6 artt 70 t/m 84
Een erfdienstbaarheid kan bv ook zijn: recht van uitzicht, recht om een boom te hebben binnen twee meter van de erfgrens, gootrecht of recht van waterleiding.
Zo'n erfdienstbaarheid kan o.a. door verjaring tot stand gekomen zijn. De situatie heeft zo lang bestaan dat er automatisch een recht is ontstaan. Dit is het geval na tien jaar als de verjaring ‘te goeder trouw’ gebeurt. Anders is de termijn twintig jaar. De eigenaren van beide erven kunnen zich op verjaring beroepen.
(Een recht van overpad kan pas sinds 1992 door verjaring ontstaan).
Een erfdienstbaarheid wordt in Nederland in het kadaster ingeschreven, in België in het Kantoor van de Hypotheekbewaarder. Bij verkoop blijft een erfdienstbaarheid bestaan. Dit wordt aan de nieuwe eigenaar medegedeeld.
Heeft men het recht van overpad, dan is men niet onbevoegd het dienende erf te betreden en in Nederland dus niet strafbaar op grond van art 461 Wetboek van Strafrecht.
- Bronnen:
-
http://wetten.overheid.nl/BWBR0001854/Derd...
-
http://wetten.overheid.nl/BWBR0005288/geld...
-
http://www.betekenis.be/woord/servituut