Hoe werkt omgangsregeling bij verhuizen ?
Mijn vriendin heeft een kindje van 4, wij gaan verhuizen 53 kilometer verder naar mijn woonplaats, kan de ex van mijn vriendin waar het kind bij in woont tegenhouden?
Antwoorden (1)
Uw vriendin heeft samen met haar ex ouderlijk gezag over het kind. Het hoofdverblijf van het kind is bij u en uw vriendin – de moeder. Met de vader is waarschijnlijk een omgangsregeling geregeld. Stel een weekend per veertien dagen. Mag de moeder (uw vriendin) dan besluiten om met het kind en u te verhuizen 53 kilometer verderop?
De rechtspraak is hierover verdeeld. Regel is dat de moeder toestemming nodig heeft van de vader om met het kind / de kinderen te mogen verhuizen. Krijgt zij die toestemming niet, dan kan zij vervangende toestemming aan de rechter vragen. Deze procedure is gebaseerd op de geschillenregeling met betrekking tot de uitvoering van het gezamenlijk gezag (artikel 1:253a BW). De rechtbank dient een dergelijk verzoek binnen zes weken te behandelen (artikel 21:253a BW).
In deze procedure is het van belang dat de beide ouders hun motiveringen zo grondig mogelijk toelichten. De Hoge Raad heeft bij uitspraak van 25 april 2008 geoordeeld dat de belangen van het kind / de kinderen weliswaar voorop horen te staan, maar geen doorslaggevende factor hoeven te zijn. Dat het belang van het kind / de kinderen altijd zwaarder weegt dan andere belangen is dus niet zo.
De rechter zal bij zijn beslissing over dergelijke geschillen alle omstandigheden van het geval in acht moeten nemen, wat er toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind. Aldus de Hoge Raad. In lagere rechtspraak wordt regelmatig de toestemming aan de moeder (uw vriendin) in een dergelijk geval onthouden en geldt de zogenaamde “50 km. regeling”, die inhoudt dat de verhuizende ouder niet op een afstand groter dan 50 kilometer van de andere ouder mag gaan wonen. Of deze uitspraken in hoger beroep standhouden, is de vraag.
(Lees meer...)
De rechtspraak is hierover verdeeld. Regel is dat de moeder toestemming nodig heeft van de vader om met het kind / de kinderen te mogen verhuizen. Krijgt zij die toestemming niet, dan kan zij vervangende toestemming aan de rechter vragen. Deze procedure is gebaseerd op de geschillenregeling met betrekking tot de uitvoering van het gezamenlijk gezag (artikel 1:253a BW). De rechtbank dient een dergelijk verzoek binnen zes weken te behandelen (artikel 21:253a BW).
In deze procedure is het van belang dat de beide ouders hun motiveringen zo grondig mogelijk toelichten. De Hoge Raad heeft bij uitspraak van 25 april 2008 geoordeeld dat de belangen van het kind / de kinderen weliswaar voorop horen te staan, maar geen doorslaggevende factor hoeven te zijn. Dat het belang van het kind / de kinderen altijd zwaarder weegt dan andere belangen is dus niet zo.
De rechter zal bij zijn beslissing over dergelijke geschillen alle omstandigheden van het geval in acht moeten nemen, wat er toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind. Aldus de Hoge Raad. In lagere rechtspraak wordt regelmatig de toestemming aan de moeder (uw vriendin) in een dergelijk geval onthouden en geldt de zogenaamde “50 km. regeling”, die inhoudt dat de verhuizende ouder niet op een afstand groter dan 50 kilometer van de andere ouder mag gaan wonen. Of deze uitspraken in hoger beroep standhouden, is de vraag.
