De wintertijd is de tijd die er altijd al was. De zomertijd is later ingevoerd, nl in 1916.
Toegevoegd na 18 minuten:
Zomertijd is in Nederland voor het eerst ingevoerd in 1916. Deze is daarna jaarlijks herhaald met een onderbreking voor de jaren 1941 en 1942 en van 1947 t/m 1976. Reden voor de invoering was vooral voor het bedrijfsleven een besparing van energie en voor de bouwvak, agrarische en tuinbouwsector een verlenging van de (werk) dag. Met de verschuiving vooral in de tuinbouwsector naar kasculturen, een andere invulling van onze productie- maatschappij, de hedendaagse technologie en automatisering is de zomertijd, vwb de energiebesparing, wat minder noodzakelijk geworden. Buiten de industriële noodzaak geeft de zomertijd ons in de "vrije tijd" en "toeristensector" een goed "zomergevoel" door de lange dag.
De zomertijd is echter geen Nederlands bedenksel, als uitvinder van de zomertijd wordt aangenomen de Engelse aannemer William Willett die in 1907 de brochure "Waste of daylight" heeft geschreven waarin hij aangaf dat zowel voor de menselijke gemoedsrust als voor de economie het beter zou zijn om meer nuttig gebruik te maken van het zonlicht. Wel waren we eerder dan de Engelsen nl onze zomertijd ging in op 1 mei 1916 en de Engelsen gingen op de 21e mei over, maar voor beide landen gold 1 oktober als einddatum.