De DDR streefde naar een heilstaat. De machthebbers gingen uit van de gedachte, dat persoonlijke meningen en initiatieven altijd ondergeschikt waren aan dat collectieve streven. Het ging dus om het collectief en niet om het individu. Zo lang alles maar centraal geregeld zou worden, en de burgers dat klakkeloos over zouden nemen, dan zou die heilstaat vanzelf ontstaan. De staat vertelde wat goed voor je was, en daar hoefde je zelf niet over na te denken.
In de praktijk hield dat in, dat niet de bakker op de hoek bepaalde hoeveel broodjes hij iedere dag bakte, maar dat dat door de staat werd bepaald. Hetzelfde gold voor de productie van auto's. De wachtlijsten voor de Trabantjes waren enorm; het duurde soms wel 10 jaar voor je zo'n ding kon kopen. En ook bepaalde de staat wat je mocht zien, lezen, en hoe je moest denken. Dacht of zei je wat anders dan wat was toegestaan, dan was je direct verdacht. De Stasi was er maar druk mee, en zelfs de ene helft van de DDR bevolking bespioneerde de andere helft.
Als een overheid besluit te gaan schieten op mensen die weg willen, dan zit je in een onomkeerbare cirkel. Want dan willen mensen juist weg, omdat in een land waar op eigen burgers wordt geschoten, er iets niet deugt.
De belangrijkste reden voor zulke extreme represailles is geweest, dat mensen die naar het westen wilden vluchten, juist de mensen waren die de DDR zo hard nodig had, om de economie nog een beetje in stand te houden. Jongeren, hoogopgeleiden, creatievelingen en mensen die vooruit wilden komen. Zonder die streng bewaakte grenzen en het Schiessbefehl zou de DDR volledig leeggelopen zijn, en zouden ze het nooit tot 1989 volgehouden hebben om als zelfstandig land te bestaan.