laat molens draaien laat stormen loeien laat elk met zichelf bemoeien
wie zijn eigen tuintje wiet ziet het ontkruid bij een ander niet
hij die spreekt over het mijne, gaat naar huis bekijkt het zijne, vind hij daar in het geheel geen gebreken, mag die over het mijne vrijuit spreken
WAAR DE MOND VOL VAN IS STROOMT HET HART VAN OVER
HOE DE WAARD IS VERTROUWT HIJ ZIJN GAST
.