Nou, ik heb hier een verhaal gevonden waar het verhaal, dat je vertelt als reactie bij Frentzy, aan het eind bijkomt.
Alleen heet het echtpaar Jan en Trijn, en is Trijn degene die het spek aan de marskramer geeft.
Het heet:De rovers onder de boom
De verteller ervan, Anders Bijma (1890-1977), die het verhaal in de jaren negentig van de 19e eeuw van zijn grootvader had gehoord, breide er nog twee verhalen aan vast, die als volgt luiden:
............De twee zijn nu boer en boerin, maar Trijn denkt dat de herkauwende koeien haar uitlachen. Ze snijdt ze allemaal de keel door. Nu hebben ze geen koeien meer, maar nog wel spek in de schoorsteen. ‘Die is voor de lange slenter’, zegt Jan. Hij bedoelt de lange winter, maar heeft een spraakgebrek. Als er een lange marskramer aan de deur komt, vraagt Trijn hem of hij soms de lange slenter is. De man beaamt dit en hij krijgt van Trijn het spek. Dan hebben ze niets meer en moeten ze weer onder de pispot.
Het is een lang, maar (on?)smakelijk verhaal.
Lees het helemaal!
http://www.vanatotzreeks.nl/lemma.php?letter=R&categorie=0&t=239