com·pro·mis [komproomie] het; o -sen.
Het is een zelfstandig naamwoord, er is geen werkwoord van.
Toegevoegd na 39 seconden:
Je zou kunnen zeggen dat ''overeenstemmen'' het werkwoord is.
Nou kijk. Dat ligt aan of de engelse compromise is of de nederlandse. want de engelse dan in de nederlands compromitteren. De nederlandse dan in de nederlands compromis sluiten. Is wel dat komisch, want de tegen over de gesteld.
Het woord compromis is letterlijk uit het Frans overgenomen en heeft de betekenis 'overeenkomst waarbij beide of alle partijen iets toegeven'. In juridisch taalgebruik is het een 'minnelijke schikking'.
Als werkwoord kies ik daarom voor: schikken, bijleggen.