Behalve Pasen moet geen enkel woord dat een relatie heeft met Pasen met een hoofdletter worden geschreven. Dus het is: paaswake, paasnacht, paasdag. eerste paasdag, tweede paasdag, paasprocessie. paasvakantie.
Tot zover de officiële spellingregels van Het Groene Boekje (Nederlandse Taalunie), die door het onderwijs en de overheid worden gevolgd.
De meeste Nederlanders hoeven zich niet hieraan te houden (en doen dat ook niet) en mogen als ze willen wel hoofdletters gebruiken in directe relatie tot Pasen: Paasfeest, Paaszondag, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag. Maar alle andere niet-religieuze woorden blijven altijd met een kleine letter: paaseieren, paasbrood. paasbrunch, paashaas, paasvakantie, paasvuur, paasverhaal.
Bronnen Het Groene Boekje; Spellingwijzer Onze Taal (Genootschap Onze Taal).
.